Graan is van levensbelang.
De behoefte aan graan voor het dagelijks brood is altijd van levensbelang geweest. In de Middeleeuwen, waarin het graan nauwelijks op de natte gronden kon gedijen, waren de Hollandse schippers genoodzaakt met hun koggen, hulken en later fluitschepen het graan uit de Baltische landen te halen. Het grootste deel van het graan werd door Polen geleverd.
Stapelplaats
In de 16e eeuw werd Amsterdam de stapelplaats van het graan voor Europa. Hier werd het graan opgeslagen, op de markt gebracht en gedistribueerd. Het graan werd in grote hoeveelheden door de Hollandse reders verscheept naar landen in Zuid-Europa, waar dikwijls hongersnood heerste. Aan het einde van de 16e eeuw had de handel zulke grote vormen aangenomen dat er voor de Zeven Verenigde Provinciën (http://nl.wikipedia.org/wiki/Zeven_Provinciën) een bloeitijd aanbrak. De Gouden Eeuw was begonnen en duurde tot halverwege de 17e eeuw. Het graantransport uit de Baltische landen bleef echter doorgaan tot de 19e eeuw.
Oostzeelanden
Voor de Nederlanden is de graanhandel met de Oostzeelanden zo belangrijk geweest dat deze later als de De moedernegotie (http://nl.wikipedia.org/wiki/Moedernegotie) werd bestempeld. Zij maakten Holland rijk.
Groningen graan leverancier
In de 19e eeuw werd de provincie Groningen voor het binnenland de grootste leverancier van het graan.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende Blog: Graanvervuiling (http://www.zuiderzeehoorn.nl/nw-27093-7-3469660/nieuws/graanvervuiling.html)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------