Achttien scheepshellingen in Hoorn.
Volgens gegevens uit 1608 werden er in twee jaar tijd ruim 100 schepen nieuw uitgereed. Rond 1610 was de behoefte aan hout zo groot dat er een speciaal type schip ontwikkeld werd om zoveel mogelijk te kunnen vervoeren.
Katschip als bulkcarrier.
Het schip moest goedkoop zijn en weinig diepgang hebben om in landen met ondiep water te kunnen komen. Uit deze eisen ontstond in Hoorn het katschip, de eerste ‘bulkcarrier’, met rechtopstaande stevens, een vlakke bodem en nagenoeg rechthoekige zijboorden.
Hoorn floreert.
Dat in Hoorn de scheepsbouw goed floreerde, blijkt wel uit het feit dat er in 1630 achttien scheepswerven (1), zes mastenmakerijen en zeven touwslagerijen (lijnbanen) in de stad waren.
In 1648 bereikte Hoorn zijn grootste omvang, zoals kroniekeur Abbing Hoorn constateerde ‘In deese tijd was de stad Hoorn op het allerwelvarendste. De scheepvaard nam dagelijks aan en de schepen voor dese stad uytvarende deeden gelukkige en voordeelige reysen, waar door groote afgifte aan de Reeders kwamen, waar door haar rijkdommen en vermogens zeer toenamen. En alsoo hier door tevens de stad als opgepropt met menschen wierd, ging het den winkelier en ambagtsman zeer voordeelig. Dikwils moesten de huwelijkse voltrekkingen, niet om de middelen van bestaan, maar om dat men geene bekwame woonplaats bekomen konde, uytgesteld worden’.
Zwaar en licht bewapende fluiten.
Een gebeurtenis uit de reisbeschrijving van David Pietersz. de Vries uit Hoorn leert ons het volgende over de bewapening van de fluiten.
David Pietersz. de Vries (http://nl.wikipedia.org/wiki/David_Pietersz._de_Vries) kwam op een van zijn reizen in gevecht met een Turks kaperschip, een buitgemaakte fluit met 33 stukken en 300 eters aan boord. Zowaar een niet geringe bewapening voor een fluit. Maar waarom zoveel eters aan boord? Wel, voor het bemannen van een kanon heb je tijdens een gevecht ongeveer 10 man nodig, met zelfs de 300 eters aan boord kon de piraat nooit alle 33 kanons tegelijk bemannen.
David Pietersz. weet ons verder te vertellen dat zijn fluit van 400 ton maar met 8 stukken was David Pietersz. de Vries omdat de kostprijs van extra gewicht 24 a 25 gulden per 100 pond gewicht was. Hij vergelijkt dit met vroeger toen het nog maar 9 à 10 gulden was.
Voor 2 extra kanons à 2000 pond zou hij dus een verlies van fl. 1000 aan lading hebben. Tevens zou het aantal eters van 18 man moeten worden uitgebreid naar 38 man, dus 20 extra eters voor het bedienen van de kanons, die ook nog betaald moesten worden. Het voeren van het aantal kanons was dus een economische zaak. Men nam zo weinig mogelijk kanons aan boord om zoveel mogelijk lading te kunnen vervoeren en nam de risico’s die hieraan waren verbonden voor lief,
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Noten:
(1) Achttien scheepshellingen in Hoorn werd hier bedoeld.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende Blog: Van stapel lopen (http://www.zuiderzeehoorn.nl/nw-27093-7-3486286/nieuws/van_stapel_lopen.html)
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------