Problemen met de ondiepten van de Zuiderzee.
Door de ondiepten van de Zuiderzee, de verzanding van de havens en de grote diepgang van ruim 5 meter van deze toentertijd reusachtige schepen, werden ze gelost en geladen op de Koopvaarders Rede van Texel. De lading en een groot deel van de bemanning werden met kleine schepen de zogenaamde lichters van boord gehaald of aan boord gebracht en naar de haven vervoerd. Meestal gebruikte men hiervoor de ”kagen” en “wijdschepen”.
Lichters werden vaak ingehuurd maar waren ook in vaste dienst bij de VOC. Zo had de Kamer van Amsterdam in de 18de eeuw een twintigtal schippers met lichters in vaste dienst. Bij hoogtijdagen moest er hier ook nog worden ingehuurd.
Loodsen brengen schepen binnen.
In 1615 werd door de bewindhebbers van de VOC bepaald dat hun schepen alleen door geadmitteerde (geëxamineerd en ingeschreven) loodsen mochten worden binnen gehaald. Deze loodsen hadden een grote kennis van de Noordzee en de zeegaten en konden omgaan met de grote schepen. Ze voeren vaak mee met de oorlogsschepen van de konvooidienst en werden al bij de ingang van het kanaal overgezet op de VOC schepen.
In 1622 werd deze regel ook van kracht voor de schepen van de Westindische Compagnie.
Afb. 5. Loodsboot, Rede van Vissingen. Schilderij, Jan Frederik Shüz, 1879. Zeeuwsmaritiem muZEEum.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende Blog: Ceelverkopers of zielverkoper.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------