Het gaat slecht met Hoorn en de scheepsbouw.
Tegen 1815 ging het ronduit slecht in Hoorn. Sinds 1795 waren al 1600 huizen en pakhuizen gesloopt. ‘De scheepsbouw in onze stad bepaalde zich in 1860 reeds tot één werf, die zich in hoofdzaak bezig hield met het herstellen van kleine vaartuigen en vischschuiten’, aldus Kroon en Kaptein.
De werf van Kaat.
Lang nadat ook deze in de jaren ’20 was verdwenen, begon scheepstimmerman Cees Droste aan de Karperkuil, tegenover de plek waar voorheen de werf van Kaat was gevestigd, een kleine werf voor reparatie van voornamelijk historische schepen. Hij vertrok in 2000 in verband met steeds strengere milieueisen in relatie tot de oprukkende woningbouw in de directe omgeving. Daarmee verloor Hoorn zijn laatste scheepswerf.
Botter HN10.
De scheepstimmerwerf van Kaat was gevestigd aan de Karperkuil aan de noordzijde van de Binnenluiendijk. hepen, zoals botters en tjalken. In 1871 werkten er vijf man. Ze verdienden vier tot zeven gulden in de week. In 1908 ontstond er een conflict met de gemeente over de eigendomsrechten van de werf. Naar haar mening was de werf gemeente-eigendom, maar dat werd door de gebroeders Kaat betwist. Na een langdurige gerechtelijke procedure zegde de gemeente in 1908 de gebroeders Kaat het gebruik van het terrein op per 1 januari 1910. Aan de slepende kwestie kwam uiteindelijk in 1931 een eind toen het eigendomsrecht van de grond waarop de werf stond aan de gemeente werd toegewezen. In 1941 werd de werf opgeheven.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende Blog Scheepstypen in de Middeleeuwen
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------