Scheepstypen in de 17de eeuw.
Afb. 1. In de haven van Hoorn ligt een Fluitschip. Op de haven wordt een kiel gelegd voor een nieuwe fluit. Deze print staat op een glazendeur van het Westfriesmuseum.
Afb. 2. Boeiers op zee, Wenceslaus Hollar, 1647.
Door de intensieve handelsbetrekkingen met Zeeland kon de nieuwe karveelbouwmethode in Hoorn, een jaar na de introductie in Zierikzee, al worden toegepast voor de bouw van ondiep gaande schepen als boeiers en smakken. Beide schepen, ook wel ‘carvielkens’ genoemd, zijn vaartuigen van het type tjalk, geschikt voor de kustvaart en de Zuiderzee. De boeier was een hoog opgeboeid vaartuig. Het dek of vrijboord lag relatief hoog boven water. Boeiers en smakken hadden een vlakke bodem. Ze moesten worden voorzien van zijzwaarden om het verlijeren (aan lijzijde zijdelings afdrijven) tegen te gaan. Ze hadden een ronde voor- en achterkant, zodat de eiken huidplanken sterk moesten worden gebogen.(1)
Afb. 3. Het wijdschip.
Afb. 4. Zeer lange fluit.
Zoals we eerder zagen, waren er ook extreem lange fluiten met een lengte/breedte-verhouding van 6 :1. Deze schepen, waarvan het eerste in opdracht van Liorne in 1604 in Hoorn werd gebouwd, werden daarna hoofdzakelijk gebouwd tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) in de Tachtigjarige Oorlog, waarbij er geen vijandelijkheden tussen Spanje en Holland plaatsvonden. Een lange fluit staat afgebeeld op de gevelsteen van een huis aan de Oude Doelenkade in Hoorn.
Deze fluiten hadden vanwege de bestand geen kanonnen aan boord.
Duizenden fluiten gebouwd.
In het Noorderkwartier werden fluitschepen gebouwd volgens de Hollandse vlakbouwmethode. Aanvankelijk met een dubbele buitenhuid, later met een enkele. Fluiten die elders in de Lage Landen in spantenbouw werden vervaardigd, hadden een andere rompvorm (2). Er zijn duizenden fluitschepen gebouwd, niet alleen in Holland maar ook in het buitenland, zoals in Duitsland waar de eerste fluit in 1618 in Lübeck van stapel liep, in Scandinavië, Engeland, Polen en Frankrijk. Ook in het Canadese Quebec werden fluitschepen gebouwd voor de houtvaart op Europa.
Afb. 5. Fluiten groot en klein.
Afb. 6. Het VOC schip de Batavia.
Dit schip is geen fluit maar spiegelretourschip. Het schip is in 1628 gebouwd op de Peperwerf in Amsterdam. De Batavia is gebouwd volgens de Hollandse gladbouw met een dubbele huid. Het schip is in 1629 op de klippen van Australie vergaan.
De replica van de Batavia is op de Bataviawerf te Lelystad gebouwd. In 1995 is het schip door HR MS Koningin Beatrix gedoopt.
De replica is gebouwd als gladbouw met een enkele huid. Zie de afbeeld van de Batavia.
Meer van het bouwen van een VOC-schip vind in: www.bataviawerf.nl/assets/files/Batavia_basisrondleiding.pdf
Afb. 7. Het galjoen.
Schepen die naar het zuiden voeren waren meestal voorzien van een galjoen ter ondersteuning van de boegspriet. Het galjoen fungeerde tevens als toiletvoorziening voor de bemanning. Een uitgerafeld touw dat in het water hing deed dienst als wc-papier.
Het galjoen was ook de plaats waar regelmatig ontluizing van de kledij van de zeelieden plaatsvond. Luizen, vaak opgelopen bij de volkhouders, brachten ernstige ziekten als vlektyphus over. Het ontluizen stond onder toezicht van een daartoe aangewezen bemanningslid, meestal een kwartiermeester. Deze had een ‘luizenbaan’: hij hoefde er alleen op toe te zien dat het ontluizen goed werd uitgevoerd. Het galjoen werd wel de ‘luizenplecht’ genoemd.
Afb.8. Wapen van Hoorn.
Model van het fluitschip Het Wapen van Hoorn, vervaardigd door de heer M.de Jong uit Emmeloord. De fluit is te zien in het Vereniging Oud Hoorn het adres: Vereniging Oud Hoorn, Oost-Indisch Pakhuis,Onder de Boompjes 22, 1621 GG Hoorn, Tel.: 0229 - 27 35 70,E-mail: info@oudhoorn.nl.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Noten:
(1)Zie GCE Crone:Nederlandse jachten en binnenschepen, Visschersvaartuigen enz.
(2) Het verschil van de rompvorm kwam voort uit de bouwmethode. In Rotterdam bouwde men in spantenbouw, waarbij de vorm werd bepaald door de spanten. Bij de Hollandse gladboordige bouw werd de vorm van de romp bepaald door de breedte bij het grootspant en de natuurlijke buiging van de huidplanken van de schaal. De rompen van schepen gebouwd in Rotterdam waren boller dan die van schepen in Hoorn.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende Blog: Scheepstypen in de 17de eeuw II.